Het is niet jouw schuld: Twijfel en zelfkritiek bij grensoverschrijding
Ik zie ze regelmatig voorbijkomen. Mensen die klem zitten door ervaringen met grensoverschrijdend gedrag. Als ik bij de intake vraag: ‘Wat heeft jou hier gebracht?’ zijn er meteen tranen. Meestal gevolgd door veel verontschuldigende sorry’s en verwoede pogingen om deze zo snel mogelijk weg te krijgen, alsof zij iets verkeerds hebben gedaan. De tranen zijn een ontlading van lang opgekropte spanning, omdat ze eindelijk hun hele verhaal kunnen vertellen. Niet dat ze dat niet eerder geprobeerd hebben, maar vaak zijn ze niet echt gehoord of is er niets met hun klacht gedaan. En ik zie ook mensen waarvoor het überhaupt te onveilig voelde om zichzelf te uiten.
Helaas speelt grensoverschrijding op heel veel plekken en in allerlei gradaties. De krant staat vol van bijvoorbeeld de cultuur in de omroepwereld, grensoverschrijdend gedrag aan universiteiten en als recent dieptepunt de verschrikkelijke bangalijsten. En dit is alleen wat de krant haalt, want wat achter de voordeur gebeurt blijft vaak onzichtbaar.
Mensen die te maken hebben met grensoverschrijding zoeken het probleem vaak bij zichzelf, zelfs als overduidelijk is wie de dader is. Ze denken: ‘Als ik nu maar niet zo bang, sterker en assertiever was geweest…’ Daarnaast is er vaak een knagende twijfel: Ligt het niet gewoon aan mijzelf? Heb ik het er zelf niet naar gemaakt? Heb ik het wel goed gehoord?
Het is niet gek dat je twijfelt en overmatig zelfkritisch bent bij grensoverschrijding. Grensoverschrijding roept onder andere boosheid op, want boosheid (van irritatie tot razernij) is een nuttige emotie om grenzen intact te houden of te herstellen. Idealiter zet je deze boosheid op een gezonde manier in, maar het uiten van boosheid kan heel beangstigend zijn. Zeker als je je niet beschermd voelt en de kans groot is dat je boosheid uiten schadelijk is voor jezelf. Helaas slaat niet-geuite boosheid naar binnen toe, bijvoorbeeld in de vorm van een sterke Innerlijke Criticus. Deze venijnige innerlijke stem geeft in talloze varianten commentaar op jouw vermeende zwakte en schuld en blijft je bestoken met gedachten als ‘Had ik niet zus of zo moeten doen’ en ‘Waarom heb ik niet…’. Het aan jezelf twijfelen is dan een goede coping strategie om boosheid (en andere overweldigende gevoelens) te onderdrukken.
De twijfel wordt nog eens versterkt als de omgeving wegkijkt of aan victim blaming doet, wat helaas maar al te vaak gebeurt (zie bijvoorbeeld het recente boek Het hele dorp wist het van Rinke Verkerk).
Als er op jonge leeftijd over je grens wordt gegaan, speelt ook mee dat je beeld van ‘de goede en betrouwbare volwassene’ aan diggelen wordt geslagen. Dit is niet te verduren omdat je nog zo afhankelijk van ouder(figuren) bent. Deze ouderfiguren moet je wel als ‘goed’ blijven zien en daarom kun je – hoe gek het ook klinkt – maar ‘beter‘ aan je eigen waarheid twijfelen en jezelf de schuld geven. Hierdoor ontstaat een krachtige Innerlijke Criticus en wordt het zaadje van twijfelen aan jezelf geplant. Zoals de Schotse psychoanalyticus Fairbairn al in 1952 schreef:
‘It is better to be a sinner in a world ruled by God than to live in a world ruled by the Devil’.
Het is vaak een lange en moeizame weg om helderheid te scheppen en te onderkennen wat er werkelijk is gebeurd. Het vraagt moed en je hebt betrouwbare anderen nodig die je ondersteunen, die in je geloven en die voor je opkomen. Zodat je uiteindelijk hardop en voluit kan zeggen: Het is niet mijn schuld.