Op eigen benen staan
Voor me zit een vriendelijke vrouw van begin 50. Als ik me voorstel en meer over mezelf vertel zit ze op het puntje van haar stoel. Ze luistert aandachtig en stelt vragen die opvallend persoonlijk zijn. Na verloop van tijd begin ik me wat ongemakkelijk te voelen, alsof ik op haar stoel zit. Het lijkt wel alsof het niet te veel over haar mag gaan, ook al komt ze naar mij voor hulp. Dus zodra ik de kans krijg zeg ik: “Maar vertel eens, wat brengt jou hier?” Wat volgt is een uitgebreid verhaal over haar werk, waar ze steeds de gaten van anderen dichtloopt en eigenlijk niet doet waar ze zelf goed in is. Het lijkt alsof ze hierin vast zit en deze situatie onmogelijk kan veranderen.
“Ik merk trouwens ook dat ik me vaak in hou en niet zeg wat ik te zeggen heb”, vervolgt ze. “Soms zwijg ik te veel en kom ik niet voor mezelf op. Misschien gek om te zeggen, maar ik droom regelmatig dat ik probeer te schreeuwen en dan komt er geen geluid.” “Mmm, het klinkt alsof je jouw stem meer mag laten horen”, geef ik terug. “Zoiets ja”, beaamt ze. “En klopt het dat je goed kan luisteren en erg begaan bent met anderen?”, vraag ik, terugdenkend aan het begin van de sessie. Dit beaamt ze meteen.
Ik laat haar verhaal op me inwerken en vraag me af hoe dit alles samenhangt: Goed luisteren, zorgzaamheid, niet zo makkelijk over zichzelf praten en een ingehouden schreeuw in haar dromen. Vanwege de ingehouden schreeuw moet ik denken aan onrecht. Mijn gedachten dwalen af naar de verhalen over mijn eigen opa en oma, waar het ging over oorlogsgeweld. Ik voel een rilling in mijn lijf. Het zijn onvoorstelbare verhalen die niet verteld konden worden, waarbij de ingehoudenheid altijd voelbaar was.
Ik besluit mijn intuïtie te volgen en probeer: “Je luistert zo goed naar verhalen van anderen, maar is er misschien ook een verhaal over jóu? Of over jouw familie dat verteld wil worden?” “Nou jij gaat lekker snel de diepte in!”, grapt ze, mijn vraag ontwijkend. Dan verstrakt haar gezicht. “Toen je de vraag stelde wist ik het meteen. Mijn oma!” Ze haalt even diep adem en begint dan aan een stuk door te vertellen. Ik luister ademloos naar een hartverscheurend oorlogsverhaal van iemand met een Joodse achtergrond over trouw, verraad, verlies en een ingehouden schreeuw. Na afloop zijn we een tijdje stil. Uiteindelijk zegt ze: “Oma heeft dit vlak voor ze stierf aan me vertelt. Misschien voelde ze aan dat ze haar verhaal bij mij kwijt kon”. En dit is de eerste keer dat ik het aan iemand vertel. Ik knik, in het besef dat verhalen getuigenis nodig hebben.
In de ruimte leg ik symbolisch een kussen neer voor haar oma en vraag: “Als je zo naar oma kijkt, wat is het eerste wat je zou willen doen?” Ik zie aan haar lichaamstaal dat er al een beweging is. “Ik wil mijn armen om haar heen slaan en haar troosten”, zegt ze. Ik pak daarop een grote, zware steen die ik in de ruimte heb liggen en vraag haar: “Deze steen staat symbool voor het grote verdriet van jouw oma, waar zou ik die moeten leggen?” Dat weet ze meteen: “Die hou ik vast”. Dus ik geef haar de zware steen letterlijk in handen, die ze met ogenschijnlijk gemak draagt. Terwijl ze de steen vasthoudt zeg ik: “Het lijkt erop dat er zoveel liefde is tussen jou en je oma, dat je wel alles voor haar zou willen dragen.” Ze knikt. “Wat er toen is gebeurd is, hoe erg het ook was, kun jij niet oplossen of ongedaan maken”, vervolg ik op zachte toon. Kijk maar of je de steen mag neerleggen bij je oma en hem daar kan laten. “Ik snap dat je dit vraagt, maar het voelt zo harteloos”, snikt ze nu. Ze blijft nog even staan met de steen en zegt: “Maar ik voel wel dat dit klopt, deze steen is niet van mij.”
Langzaam loopt ze nu vooruit en legt ze de steen neer bij oma. Als ze weer terug is op haar eigen plek vraag ik na een tijdje hoe het nu is. “Het is rustiger”, geeft ze aan. “Ik voel me lichter. Ik kan kijken naar oma, maar hoef niet meteen iets te doen. Wel merk ik nu dat het spannend wordt. Want nu ik oma’s verdriet meer los kan laten, gaat het over mezelf en moet ik op eigen benen staan.”
We blijven zo nog even staan om in te laten werken wat er net is gebeurd. “Tot voorheen kon je niet echt voor jezelf kiezen. Want op een diepere laag ben je nog zo verbonden met het verdriet van je oma. Dit noemen ze in systemische taal een binding. Het kiezen voor jezelf voelt onbewust als het in de steek laten van oma. Nu mag je leren om met dit schuldgevoel om te gaan, in de wetenschap dat jij het lot van oma niet hoeft te dragen.”
In de sessies die volgen is er meer ruimte gekomen om het over haar te laten gaan. Zo komt ze meer in contact met haar eigen verdriet, opgroeiend in een gezin waar haar moeder onbereikbaar en afwezig was. Stap voor stap komt ze dichter bij zichzelf. Een half jaar na de laatste sessie ontvang ik van haar een opgewekte mail: Ze heeft haar baan opgezegd en doet nu werk waarin ze haar eigen keuzes maakt. “Eindelijk sta ik op eigen benen!”
Deze blog is gepubliceerd met instemming van de betreffende cliënt. Om anonimiteit te waarborgen zijn enkele feiten aangepast.